Ten onder in de Pyreneeën

Bart Besamusca (Universiteit Utrecht)

Auteur
Anoniem
Titel
Hier beghint den droeflijcken strijt opten Berch vanden Roncevale in Spaengien gheschiet daer Roelant ende Olivier metten fleur van kerstenrijck verslaghen waren.
Uitgever, plaats en jaartal van uitgave
Antwerpen, Jan van Ghelen, 1576
Bibliotheek
Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, 843230

Op 26 januari 1549 nam de Antwerpse drukker Jan (II) van Ghelen het bedrijf van zijn vader over en begon hij aan de opbouw van een gevarieerd fonds. In de vijfendertig jaar tot het einde van zijn werkzame leven omstreeks 1585 bracht deze ‘Janne van Gheele de Jonge’, zoals hij in een administratieve bron genoemd wordt, zo’n zestig teksten op de markt. Het betreft devote werken, kronieken, nieuwstijdingen en verhalende teksten, die hij vrijwel uitsluitend in het Nederlands drukte. Tot de verhalen behoren drie romans over Karel de Grote en diens ridders: Malegijs (gedrukt in 1556), Hughe van Bourdeus (1584) en de Droefliken strijt van Roncevale (1576), die hier tentoongesteld wordt. Er was kennelijk veel belangstelling voor deze avontuurrijke vertellingen over Karolingische krachtpatsers.

In de Droefliken strijt van Roncevale wordt beschreven hoe het leger van Karel de Grote in een Pyreneese bergpas bij het plaatsje Roncesvalles in een hinderlaag loopt en een vreselijke nederlaag lijdt. De machtigste en dapperste steunpilaren van Frankrijk, zoals de wapenbroeders Roland en Olivier, komen daarbij allen om het leven. Deze schokkende gebeurtenis, die op historische feiten uit het jaar 778 berust, werd literair vereeuwigd in het beroemde Chanson de Roland, een Franse tekst in verzen van omstreeks 1100, en in de Historia Karoli Magni et Rotholandi, een Latijnse prozatekst uit het midden van de twaalfde eeuw. Deze twee bronnen zorgden voor veel verwarring bij middeleeuwse lezers, omdat zij elkaar tegenspreken. De Latijnse tekst beweert een ooggetuigenverslag te zijn van de aartsbisschop van Reims, Turpin, terwijl deze strijdbare geestelijke volgens het Chanson de Roland in de slag om het leven gekomen is.

Het Chanson de Roland en de Historia Karoli Magni et Rotholandi werden beide in het Nederlands vertaald. Vermoedelijk was de Antwerpse drukker Roland (!) van den Dorpe degene die deze twee teksten rond 1500 bijeenbracht in de Droefliken strijt van Roncevale. Deze uitgave, die alleen al door zijn mengeling van verzen en proza de aandacht zal hebben getrokken, vond een goed onthaal, zo blijkt uit de herdrukken van Willem Vorsterman rond 1520 en Van Ghelen in 1576.

Wat deed de samensteller van de Droefliken strijt van Roncevale met Turpin? Hij ontweek het probleem van de al dan niet omgekomen prelaat met een gelegenheidsoplossing. De tekst beweert dat er twee bisschoppen meededen. Terwijl Turpin als raadgever Karel levend en wel terzijde stond, stierf zijn geduchte collega, die de ‘duechdelike bisschop’ genoemd wordt, tijdens de slag. Ingenieus!

Afbeeldingen

Verder lezen

Boekenoogen, G.J. (ed.), Den droefliken strijt die opten berch van Roncevale in Hispanien gheschiede daer Rolant ende Olivier metten fluer van kerstenrijc verslagen waren (Leiden: Brill, 1902).

Dijk, Hans van, Het Roelantslied. Studie over de Middelnederlandse vertaling van het Chanson de Roland, gevolgd door een diplomatische uitgave van de overgeleverde teksten, 2 dln. (Utrecht: HES Publishers, 1981).

Tigelaar, Jaap (ed.), DDie salighe ende schoone hystorie vanden strijde des lants van Spaengiën. Een Middelnederlandse vertaling van de Kroniek van Pseudo-Turpijn in Die alder excellenste cronyke van Brabant (Antwerpen, Roland vanden Dorpe, 1498). (Groningen: Passage, 1997).