Botanische naslagwerken in de bibliotheek van Franciscus van Sterbeeck

Jan Muylle (Universiteit Gent)

Auteur
Franciscus van Sterbeeck
Titel
Theatrum fungorum oft het tooneel der campernoelien […] Waer by ghevoeght is een cort tractaet vande hinderlijcke cruyden van dit landt
Uitgever, plaats en jaartal van uitgave
Antwerpen, Josef Jacobs, 1675
Bibliotheek
Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, 582056

Priester, botanicus en mycoloog Franciscus van Sterbeeck (Antwerpen 1630-1693) maakte  zijn Theatrum fungorum tot een compendium. Hij noteerde dat hij hiervoor ongeveer driehonderd boeken raadpleegde. In de bibliografie nam hij niet minder dan honderdzesenvijftig titels op. Hij consulteerde deze werken in Antwerpse bibliotheken, zoals deze van het Collegium Medicum, en in de bibliotheken van de abdij van Tongerlo en van de medische faculteit van de Universiteit in Leiden.

Hij kon ook te rade gaan bij leden van zijn netwerk. Hij kopieerde en verrijkte in 1671-72 de Clusius Codex, een verzameling door Carolus Clusius gemaakte aquarellen van paddenstoelen (1584; Leiden, Universiteitsbib., BPL 303), die Arnold Seyen, hoogleraar botanica in Leiden, had bezorgd aan de Antwerpse apotheker Adriaen David (pp. 27, 167-168, 237, 269, 277). Seyen zond hem ook Hadrianus Junius’ Phalli ex fungorum genere in Hollandiae sabuletis passim crescentis descriptio (Delft: H. Schinckelius, 1564) (pp. 276-277). Van Sterbeeck verrichtte ten huize van de Antwerpse apotheker Augustijn Boutens microscopisch onderzoek. Hij raapleegde er de tweede editie van Robert Hooke’s Micrographia (Londen: Royal Society, 1665) waaraan hij Schema XII met het bijhorende commentaar over schimmels ontleende (pp. 288-290).

Van Sterbeeck was zelf eigenaar van een bibliotheek. Ongeveer een jaar voor zijn overlijden noteerde notaris Gerard Bertrijn dat hiervan een catalogus zou worden opgemaakt. Elk spoor hiervan ontbreekt echter. Occasionele vermeldingen in de testamenten van Van Sterbeeck tonen een onvolledig beeld. Al in 1671 legateerde hij Dodoens’ Cruydt Boecck aan priester Leonard Gevaerts. De Theatri botanici van Caspar en Johann Caspar Bauhin (Bazel: Johann König, 1658) vermaakte hij aan de Antwerpse geneesheer Joannes van Buyten. Van Buyten, aan wie hij zijn Theatrum Fungorum opdroeg, legateerde hem in 1683 twee delen van de Hortus Indicus Malabaricus van Hendrik van Reede (Amsterdam: Joannes van Someren e.a., 1678-1703). In 1691 legateerde Van Sterbeeck aan geneesheer Borsselaer de verhandeling over de botanica van Kaap de Goede Hoop van Jacob Breyne, Exoticarum aliarumque minus cognitarum plantarum centuria prima (Gdansk: David Friedrich Rethe, 1678). De inventaris van de nagelaten goederen opgemaakt in 1692 noemt een met prenten geïllustreerd boek Hortus Floridus, ongetwijfeld het gelijknamige werk van Crispijn van de Passe (Arnhem: Joannes Janssonius, 1614). Dezelfde inventaris signaleert een verlucht exemplaar van het Theatrum Fungorum en ‘Eenen boek in folio met verlichte Fungi’. Het is verleidelijk hierbij te denken aan Van Sterbeecks ‘memoriael boeck’ (pp. 128, 288) of aan zijn kopieën van en toevoegingen aan de Clusius Codex (Brussel, KBR, ms. 15475).

Afbeeldingen

Verder lezen

Duverger, Erik, Antwerpse kunstinventarissen uit de zeventiende eeuw, dln. 10-12 (Brussel: Paleis der Academiën, 1999-2002).

Vanhevel, Lucas, Op het tooneel der Campernoelien. Mycologische illustratie in de Nederlanden 1550-1700 (Gent: Masterproef UGent, 2016).

Van der Stighelen, Katlijne, ‘De familie van dr. Joannes van Buyten geportretteerd door Karel Emmanuel Biset. Een reprise over portretten, vriendschap en paddenstoelen’, in Charles Dumas, Edwin Buijsen en Manuth Volker (red.), Face book. Studies on Dutch and Flemish portraiture of the 16th-18th centuries. Liber amicorum presented to Rudolf E.O. Ekkart on the occasion of his 65th birthday (Leiden: Primavera Pers, 2012), pp. 419-430.