Een Vruchtbaeren boom voor de jubelende aalmoezeniers

Kristof Selleslach (Museum Plantin-Moretus)

Auteur
Fredericus Storms
Titel
Vruchtbaeren boom; ofte De camer der [...] heeren aelmoesseniers, voester-vaders der armen van Antvverpen, het tvvee-hondert-vyftigh-jaerigh jubile naer d'instellinghe [...] solemnelyck vierende in de cathedrale kercke van onse lieve Vrouvve: op [...] den 9. december M.D.CC.VIII.
Uitgever, plaats en jaartal van uitgave
Antwerpen, Balthasar IV Moretus, 1708
Bibliotheek
Museum Plantin-Moretus, A 2912

Op zondag 9 december 1708 vond in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Antwerpen een solemnele mis plaats. De Aalmoezenierskamer vierde zo het tweehonderdvijftigjarig bestaan van haar instelling. Om het jubileum nog meer luister bij te zetten, verschenen twee gelegenheidsdrukken. In de ene uitgave, Vermaeninghe op het jubileum, werd de lofrede in druk gegeven die kanunnik Alphonsus Dominicus van Ertborn, de plebaan van de kathedraal, tijdens de solemnele mis had gehouden. De andere uitgave was een jubeldicht van de augustijn Fredericus Storms (ca. 1653–1723). De aalmoezeniers hadden hem om dit rijmwerk verzocht, verklaarde hij in het voorwoord. De rijmkunsten van Storms waren onder zijn stadsgenoten welbekend. In hetzelfde jaar 1708 had hij een drempeldicht geschreven voor Den spiegel vande verdrayde werelt van de Lierse toneelauteur Cornelis de Bie.

Voor zijn lofdicht aan de Aalmoezenierskamer nam Storms een Bijbelvers als zinnebeeld: ‘Eenen goeden boom maeckt goede vruchten’ (Matteüs 7:17). Het lofdicht telt 272 gepaarde versregels, waarbij de rijmparen afwisselend inspringen en uitspringen (fols. A2 recto – B1 verso). Na het lofdicht volgen zinnebeelden over de vier huizen onder het bestuur van de aalmoezeniers, met name het vondelingenhuis, het knechtjeshuis, het maagdenhuis, en het huis van de krankzinnigen (fols. B2 recto – C1 verso). Storms smukte de zinnebeelden op met jaardichten.

Na de slotrede deed hij verslag van de festiviteiten (fols. C2 recto – C4 recto). De dienstdoende aalmoezeniers en de oud-aalmoezeniers of hun weduwen namen plaats in het hoogkoor van de kathedraal. Ook de wezen uit de armenhuizen woonden de mis bij. Een boomgaard van laurierbomen versierde de kruisbeuk, en overal hingen jaarschriften over het thema van de barmhartigheid. Na de solemnele mis gaven de aalmoezeniers een banket in het Kolveniershof. Het jubileum werd feestelijk afgesloten met vuurwerk.

De gelegenheidsdruk eindigt met een lijst van de nog levende (oud-)aalmoezeniers en hun weduwen (fol. C4 verso). De drukker wordt nergens vermeld, maar de sierinitiaal W op fol. A2 recto verraadt hem. Het houtblok wordt bewaard in het Museum Plantin-Moretus (MPM.HB.12410). Balthasar IV Moretus (1679-1730) was één van de drie dienstdoende aalmoezeniers. Dezelfde initiaal werd ook gebruikt in Vermaeninghe.

Afbeeldingen

Verder lezen

De Bie, Cornelius, Den spiegel vande verdrayde werelt, Antwerpen: Joannes Paulus Robyns, 1708

Van Ertborn, Alphonsus Dominicus, Vermaeninghe op het jubileum van het tvvee-hondert-vyftighste jaer naer de oprechtinghe der camer van de alghemeyne huys-armen van Antwerpen: door de heeren aelmoesseniers, gheviert inde hooghe choor vande cathedrale kercke van onse lieve Vrouvve, op den 9. december 1708, [Antwerpen: Balthasar IV Moretus, 1708]

Voet, Leon, The Golden Compasses. A history and evaluation of the printing and publishing activities of the Officina Plantiniana at Antwerp (Amsterdam: Vangendt & Co, 1969-1972), I, 239-244.