Voorbode van een nationaal échec

Ton van Kalmthout (KNAW Humanities Cluster en Universiteit Leiden)

Auteur
C.W. Bilderdyk (oorspronkelijke tekst), P.J. Suremont (Franstalige bewerking)
Titel
Le triomphe des Belges ou La journée de Waterloo. Cantate nationale. Imitation libre du Poëme en langue flamande de Made C.W. Bilderdyk, d’Amsterdam, couronné par la Société Royale des Beaux-Arts et de Litterature à Gand, en vers libres, par P.J. Suremont, d’Anvers, membre de la dite Société, auteur de la Musique, également couronnée par elle au Concours de 1816
Uitgever, plaats en jaartal van uitgave
Antwerpen, Philippe Ville, 1817
Bibliotheek
Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, C 77561

Le triomphe des Belges is een bewerking van ‘De veldslag van Waterloo’ van Katharina Wilhelmina Schweickhardt (1776-1830), levensgezellin van de dichter en geleerde Willem Bilderdijk, onder wiens achternaam zij publiceerde. In dit Waterloo-gedicht valt, veelzeggend genoeg, nergens de naam van Napoleon Bonaparte; hij heet er alleen de ‘woeste dwingeland’, de ‘eedverbreker’ en ‘onmensch’ die het gewaagd heeft ‘op nieuw den Kaïnsvoet / Te baden in een zee van bloed / Op Neêrlands bloiende akkeren’. Zijn glorieuze tegenstrever is de prins van Oranje, ‘Gerugsteund door Batavier en Belgen’. Andere (en belangrijkere) overwinnaars en bevrijders – Britten, Pruisen, Russen – blijven onvermeld; het is ‘Neêrland’ dat Napoleon op de knieën dwong. Noord en Zuid willen nu herenigd blijven onder koning Willem: ‘Jaren zijn in ’t niet vergaan / Sints ons ’t lot verdeelde; / Maar de vrucht vervreemd[d]e niet, / Die één bodem teelde. // Ja, de Belg en Batavier / Juichen even teder, / Keeren van den boei verlost, / Tot één vader weder.’

Met deze verbindende en natievormende poëzie nam Schweickhardt deel aan een wedstrijd van de Koninglyke Maetschappy van Fraeie Konsten en Letterkunde in Gent, die er de eerste verjaardag op 18 juni 1816 van de Slag bij Waterloo mee vierde. Kunstenaars van diverse disciplines waren opgeroepen de definitieve nederlaag van Napoleon te herdenken, de dichters met een ‘zangstuk’. Hoewel een politiek geladen onderwerp eigenlijk niet geschikt gevonden werd voor een vrouwelijke auteur, sleepte Schweickhardt een ‘gouden eereprijs’ in de wacht. Haar cantate voor koor en solisten werd bovendien een tweede keer bekroond. Tot de muzikale inzendingen behoorde namelijk Nederlands zegepraal van Pierre Jean Suremont (1762-1831), die er Schweickhardts tekst mee op muziek zette. De componist won eveneens goud.

Suremont liet het niet bij een toonzetting. Hij werkte de cantate ook om tot de Franstalige versie ‘Le triomphe des Belges’, waarvoor hij Schweickharts gedicht ingrijpend verbouwde. Niet alleen gaf hij het een andere titel mee, hij bracht ook het aantal versregels terug van 193 tot 125 en verving het eerste deel door nieuwe verzen, zij het met een vergelijkbare strekking. Ook de orangistische reclame voor de kroonprins liet Suremont intact, maar het ‘Nederlandse’ perspectief wijzigde hij consequent in een ‘Belgische’ optiek. Waar Schweickhardt dicht: ‘Ja, Neêrland, draag den held in ’t harte, / Die onvertzaagd den dwingland tartte, / En ons den boei heeft afgerukt!’, heeft Suremont het over ‘Notre Prince Auguste; / De toute la Belgique il possède les coeurs: / Dans les revers / D’un sort injuste, / Son bras vaillant brisa nos fers’.

Door deze tekstbewerking kondigde Schweickhardts cantate dus al in 1816, en geheel onbedoeld, het échec aan van het nog maar net verenigde Koninkrijk der Nederlanden.

Afbeeldingen

Verder lezen

Suremont, J.P., Nederlands zegepraal. Nationaal zangstuk, bij mededinging gedicht door Mevw. C.W. Bilderdyk te Amsterdam, op plegtig muziek gesteld voor zang met groot orkest door P.J. Suremont, konst-beminnaar te Antwerpen, op voorstel der Koninglyke Maatschappy van Schoone Konsten en Letterkunde te Gend, en door de selve bekroond en vereerrykt den 8 July 1816, onder de zinspreuk: Arma Viros que Cano, (manuscript, 1816, coll. Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam, KNAW AB W 284a s).

Verzameling der zangstukken bekroond door de Koninklyke Maetschappy van Fraeie Konsten en Letterkunde te Gent, den 18 van Weimaend 1816 / Recueil [sic] des cantates couronnées par la Société Royale des Beaux Arts et de Littérature à Gand, le 18 Juin 1816 (Gand: P.F. de Goesin-Verhaeghe, [1817]).

Weijermars, Janneke, Stiefbroeders. Zuid-Nederlandse letteren en natievorming onder Willem I, 1814-1834 (Hilversum: Verloren, 2012), pp. 54-57.