Elzes meesterlijke letterproef: Tibeerts laatste strohalm

Rik Van Daele (Reynaertgenootschap)

Auteur
Elze ter Harkel
Titel
Tibeerts* Laatste Strohalm**, een letterproef
Uitgever, plaats en jaartal van uitgave
Groningen, De Vier Seizoenen, 1998
Bibliotheek
Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, 768487

Tibeerts sprong tussen de benen van de pape is een van de meest gecensureerde passages uit de Nederlandse literatuur. Het begint al in de overgeleverde handschriften van Van den vos Reynaerde en het is nooit gestopt. Tot vandaag zijn nauwelijks twee kattensprongen gelijk. In 1979 maakte Bert Bouman in de Reynaertbewerking van Ernst van Altena met een paginagrote tekening duidelijk dat de tijd van censuur en verhulling definitief voorbij was.

Toen Elze ter Harkel, een Groningse schoolmeester en boekverkoper, in 1998 vierenveertig seizoenen bezig was met zijn private pers De Vier Seizoenen, koos hij voor de Reynaert om een letterproef te publiceren. Arsis, Assuré, Blok, Bodoni, Cheops, Das, De Roos, Excelsior, Garamont, Gracia, Hollandse Mediaeval, Rondo, Simplex en Visite waren de lettertypes die hij op zijn Asbern proefpers RT nr. 4130 uit 1955 als trofeeën van zijn letterjacht had verzameld en gebruikt. Letterproeven kunnen saai zijn en herhalen vaak hetzelfde stukje tekst. Maar door de iconografisch en tekstueel meest levendige Reynaertpassage te kiezen, maakte Ter Harkel een genietbaar épreuve d’artiste. De negentig eigenaars van deze parel kregen niet alleen een staal van Ter Harkels meesterschap te zien, maar ze zijn ook de getuigen van de rare sprongen die Tibeert en zijn Duitse achterneef Hinze op hun geweten/palmares hebben.

Variatie zit er genoeg in, met tekstfragmenten in het Nederlands, Engels, Fries en Duits, in diverse taalstadia en tradities en met illustraties die niet per se bij de tekst staan waarvoor ze ontworpen zijn. Structuur verkrijgt Ter Harkel via kleurgebruik: teksten zijn zwart, illustraties blauw, gebruikte lettertypes rood; en geel zijn de paginanummers (deels met houten biljetletters), pootafdrukken en vignetten. De lezer moet meermaals de lach onderdrukken. Het begint al met de zes katten (Kareltje, Tibeert, Ramses, Taran, Cheetah & Nishin) aan wie het boek is opgedragen, en met het motto: ‘with his claws and teeth so fastened on his genytors, that not in the great Turkes Seralia, was not a cleaner Eunuch’ op de Franse titelpagina. Verderop komen we te weten dat ‘the lazy lead-it be printer is preparing for / the pilgrimage cut across sweet waasland!’ (pp. 33-34).

Hoewel het jaartal 1998 op de titelpagina staat, is het laatste blad met het colofon pas in het voorjaar 1999 afgewerkt. Het boek werd op Ter Harkels Waaslandreis voorgesteld tijdens de zitting van de Orde van de Vossenstaart in de pinksterdagen van 1999. Daar was ook Wim Gielen aanwezig, de Hulsterse bibliofiel die in 1994 samen met Gaston Durnez ‘om zijn reynaerdieën speels aanvaard [werd] als ridder in de Orde van de Vossenstaart’. Het nr. 45/90 kwam zo in Zeeuws-Vlaanderen terecht en na Gielens overlijden in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience.

Afbeeldingen

Verder lezen

Goossens, Jan, De gecastreerde neus: taboes en hun verwerking in de geschiedenis van de Reinaert (Leuven/Amersfoort: Acco 1988).

Van Daele, Rik, ‘Die burse al sonder naet: scabreuze elementen in Van den vos Reynaerde’, in: Rik van Daele e.a., Literatuur en erotiek (Leuven: Peeters i.s.m. Postuniversitair Centrum West-Vlaanderen KULAK, 1993), pp. 9-64.

Van Daele, Rik, Peter Everaers, Willy Devreese en Erwin Verzandvoort, De bibliografie van de Nederlandstalige Reynaertbewerkingen van 1800 tot heden (Sint-Niklaas / Ter Hole: Reynaertgenootschap / Antiquariaat Secundus, 2004, tevens verschenen als themanummer Tiecelijn 17/3).