Een unicum uit de Antwerpse Conservatoriumbibliotheek

Jan Dewilde (Koninklijk Conservatorium Antwerpen)

Auteur
Guilielmus Bolognino
Titel
De ghenoechsaemheyt van Godt ende de onghenoechsaemheyt vande werelt speel-wijs verthoont in den H. Laurentius, patriarch van Venetien door de jonckheydt van de parochie van S. Joris tot Antwerpen
Uitgever, plaats en jaartal van uitgave
Antwerpen, Jacob Mesens, 1640
Bibliotheek
Bibliotheek Koninklijk Conservatorium Antwerpen, KVC 10951

Dit unicum werd pas in 2008 in de Antwerpse Conservatoriumbibliotheek getraceerd en met de hulp van Hubert Meeus geïdentificeerd en beschreven.

De jezuïet Guilielmus (Willem) Bolognino (Antwerpen, 18 maart 1590 – ibid., 24 oktober 1669) studeerde filosofie aan de universiteit van Leuven, waarna hij in de Leuvense pedagogie De Valk tot professor filosofie werd aangesteld. Op 15 oktober 1627 werd hij benoemd tot pastoor van de Sint-Joriskerk in Antwerpen. Het is in die hoedanigheid dat hij op 4 januari 1640 dit stichtelijke toneelspel voltooide dat door ‘de jonckheydt van de parochie van S. Joris’ zou worden opgevoerd. Die jonkheid werd ook geacht te zingen, want het toneelspel dat bestaat uit een proloog, vierde delen en een epiloog, bevat ook de teksten van vier koren.

Bolognino droeg het werk op aan Gaspar Nemius (’s Hertogenbosch, ca. 1587 – Kamerijk, 22 november 1667), sinds 1635 bisschop van Antwerpen. Die opdracht signeerde Bolognino met zijn initialen G.B., wat toeliet om de auteur te identificeren op basis van eerder onderzoek van Ingeborg De Cooman. In 2003 beschreef De Cooman het enige gekende exemplaar van Dorothea maeghet ende martelersse, bewaard in de Bibliothèque Nationale in Parijs. Dit anonieme toneelspel werd in 1641 door Mesens in Antwerpen gepubliceerd en was ook bedoeld voor ‘de jonckheydt van de parochie van S. Joris’. De zangteksten uit Dorothea vond de Cooman terug in de muziekbundel Den Gheestelycken leeuwercker vol godtvruchtighe liedekens ende leyssenen, die Guilielmus Bolognino in 1645 bij Weduwe en Erven Ian Cnobbart in Antwerpen publiceerde. Het vermoeden dat Bolognino de auteur is van Dorothea wordt door de vondst van De Ghenoechsaemheyt van Godt bevestigd. Deze druk kan dan ook, met de woorden van Hubert Meeus, ‘een belangrijk puzzelstuk in de Antwerpse toneelgeschiedenis’ worden genoemd.

Het boekje met de ‘seer profijtelijck onderwijsinghe’ maakt deel uit van de ‘Tooneelbibliotheek Antwerpen’ van de ‘Provinciale toneelcommissie’, die in 1927 aan de Conservatoriumbibliotheek werd geschonken. In deze schenking steekt onder meer ook een bijzonder zeldzame eerste druk van Angeniet van Bredero (Amsterdam, Vander Plasse, 1623). Samen met de bibliotheek van toneelcriticus Lode Krinkels, die in 1922 werd verworven, vormt de ‘Tooneelbibliotheek’ de kostbare historische kern van de toneelcollectie van de Conservatoriumbibliotheek.

Afbeeldingen

Verder lezen

De Cooman, Ingeborg, ‘Van podium naar liedboek : Guilelmus Bolognino en de toneelliederen in Dorothea maeghet ende martelaresse (1641)’, in De Zeventiende Eeuw 19 (2003), 211-225.

Meeus, Hubert & Tine De Koninck, ‘Guilielmus Bolognino’s Den gheestelijcken Leeuwercker, the collected songs of a Counter-Reformation champion’, in D. van der Poel, e.a. (red.), Identity, Intertextuality, and Performance in Early Modern Song Culture (Leiden, 2016).