Spel van Tiisken van der Schilden, een experimentele mengvorm

Sven Molenaar (Universiteit Antwerpen)

Auteur
Toegeschreven aan Samuel Coster
Titel
Spel van Tiisken van der Schilden
Uitgever, plaats en jaartal van uitgave
Amsterdam, Dirck Cornelisz. Houthaeck, 1642
Bibliotheek
Universiteitsbibliotheek Antwerpen, Bijzondere Collecties, MAG-P 12.1966

Het Spel van Tiisken van der Schilden werd voor het eerst gedrukt in 1613 bij Willem Jansz. in Amsterdam. Jan Andriesz. zorgde in 1615 in Delft voor een herdruk, en Dirck Cornelisz. Houthaeck zorgde in 1642 in Amsterdam voor een derde uitgave. In geen enkele van deze drie drukken komt de naam of de zinspreuk van Samuel Coster (1579-1665) voor, maar toch wordt algemeen aangenomen dat Coster de auteur van het Spel van Tiisken van der Schilden was. Een van de redenen is dat het toneelstuk net als Teeuwis de boer (1612), het eerste blijspel van Samuel Coster, gebaseerd is op een liedje uit het Antwerps Liedboek van 1544 van drukker Jan Roulans.

Samuel Coster was van opleiding doctor in de medicijnen. Hij was in 1605 lid van de Amsterdamse rederijkerskamer De Eglantier. In 1617 scheurde hij zich met onder meer P.C. Hooft en Bredero af van deze kamer en stichtte hij De Duytsche Academie, een nieuwe rederijkerskamer. Zijn actieve literaire carrière was van korte duur, van 1612 tot 1620. De reden of oorzaak voor deze korte periode van literaire activiteit is onbekend. Vermoedelijk kreeg Coster het na 1620 te druk in zijn artsenpraktijk.

Het Spel van Tiisken van der Schilden is op het eerste zicht één van die nieuwe soort blijspelen, maar bij nader inzien is het een experimentele mengvorm. In het Spel is Tiisken een gewezen krijgsman, die nu er vrede is, opereert als rover. Op die manier tracht hij aan zijn eigen behoeften en aan die van zijn vrouw te voldoen. Zijn vertoonde handelingen zijn helemaal niet extreem kwaadaardig of gewelddadig, maar toch is zijn reputatie zo berucht dat de overheid tegen hem ingrijpt. Eenmaal gevangen genomen is zijn enige hoop om niet terechtgesteld te worden, dat zijn vrouw hem komt vrijkopen. Maar wanneer zij in de gevangenis aankomt, verwijt Tiisken haar dat zij op te grote voet wilde leven, en dat hij daardoor zo in de problemen is gekomen. Daarop laat zijn vrouw hem stikken. Tot vreugde en opluchting van het volk wordt Tiisken uiteindelijk aan de galg gehangen.

Het Spel van Tiisken van der Schilden is grotendeels kluchtig, maar is in sommige passages ook hoofs-romanesk, op andere momenten burgerlijk-moraliserend, en in sommige aspecten episch theater in pre-renaissancistische stijl. Het heeft naast laatmiddeleeuwse ook barokke trekken. In de scène waarin Tiiskens lot wordt bezegeld, maken de vrije verzen plaats voor alexandrijnen, terwijl het Spel naar het einde toe opnieuw in vrije verzen is geschreven. Het Spel van Tiisken van der Schilden is een ongelooflijke mengelmoes van vormen en stijlen, waarin Coster op zoek is naar een vrije vorm, los van zich opdringende toneelwetten of -regels. Het lijkt in het Spel alsof die voor Coster niet bestaan. Hoewel hij slechts een korte periode actief schreef, was de invloed van Samuel Coster op het Nederlandse toneel groot.

Afbeeldingen

Verder lezen

Rens, Lieven, ‘Samuel Coster als dramatisch experimentator’, in Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis 26 (1972), pp. 335-351.

Brouwer, J., ‘De letterkunde te Amsterdam: Samuel Coster en de Nederduytsche Academie’, in G.A. van Es en G.S. Overdiep, Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden, deel 4 (’s-Hertogenbosch / Brussel: Teulings’ Uitgevers-maatschappij L.C.G. Malmberg, / Standaard Boekhandel, 1948), pp. 242-266.

Smits-Veldt, Mieke B., Samuel Coster, ethicus-didacticus (Groningen: Wolters-Noordhoff/Forsten, 1986).